vrijdag 22 april 2011

uit een interview met porgy franssen

[…] Hoe hij een nieuwe toneelrol creëert, vindt hij moeilijk uit te leggen aan iemand van buiten het vak. „Gebruik makend van de verbeelding, de fantasie. Je moet niet met de tekst bezig zijn, maar met de emotie, de intentie, de toon. Je moet bij je eigen kracht komen, durven jezelf te laten verrassen, jezelf te laten aangrijpen door het moment. Je moet het vermogen bezitten om wat de schrijver bedacht heeft, tot leven te wekken. Daarvoor moet je diep in jezelf afdalen. Dat is moeilijk, daar heb je een zekere volwassenheid voor nodig en zelfvertrouwen.” Hij verdiept zich niet in de schrijver en in zijn werk. „Helemaal niet. Daar houd ik me buiten de repetities niet mee bezig. Nooit gedaan. Ik leer de tekst ook niet. Al repeterend ken ik de tekst na enige tijd letterlijk.” Hij is niet geïnteresseerd in de visie van de schrijver, alleen in diens dialogen. De visie moet van de regisseur komen. „Ik herinner me een stuk van Peter Handke, Rit over het Bodenmeer. Ik kreeg het script, maar ik ben niet verder dan bladzijde 8 gekomen. Ik snapte er niets van. Toch is het een van de leukste voorstellingen geworden […]

peter handke (1942)

Peter Handke is journalist, translater and highly successful writer of plays and prose. Many of his works have been translated into various languages.

His style is largely influenced by the aesthetics and theory of postmodernism. Especially in his early works Peter Handke loves to experience with language. Language is central to his literature rather than merely a means to further the plot. His early novel 'Die Angst des Tormanns vorm Elfmeter' (The Goalie's Anxiety at Penalty) explores the limitations and disintegration of language and reason.

In line with postmodern tradition Handke blurrs the limitations of literature and genre, freely mixing styles and disappointing conventional expectations of his readers and audience. Famous example is his early play 'Publikumsbeschimpfungen' (Scoldings of the audience), a play that scandalized Viennese theatre scene.

Handke's oevre is large and often characterized by long sentences and a distinct sense of utopia behind all the disintegration and criticism.
Handke also worked as translator and for radio and television. Wim Wenders turned one of Handke's screenplays into a legendary film: 'Himmel über Berlin' which was adapted for the American market as 'City of Angels' starring Meg Ryan and Nicolas cage. By the way, the plot of 'Himmel über Berlin' is based on Goethe's 'Wilhelm Meisters Lehrjahre' (Wilhelm Meister’s apprenticeship).

maandag 4 april 2011

beckett & ionesco: the absurd & resistance

In “The Myth of Sisyphus”, Albert Camus defines the notion of absurdity as follows:
“A world that can be explained by reasoning, however faulty, is a familiar world. But in a universe that is suddenly deprived of illusions of light, man feels a stranger. His is an irremediable exile, because he is deprived of memories of a lost homeland as much as he lacks the hope of a promised land to come. This divorce between man and his life, the actor and his setting, truly constitutes the feeling of Absurdity.”[2]
_
In an era of wars and massacres, when death is most visible, according to Camus, “life” lost all its meaning. Hence man should not seek escape in suicide.[3] It is not surprising that in the plays of The Theatre of the Absurd, characters, despite their hopelessness and desperateness, struggle and resist. This struggle, which might be delineated as the endeavor to exist, originates within the feeling of what Camus names Absurdity. Camus defines the feeling of absurdity as a constitution which requires further interpretation: what he defines is the feeling of Absurdity, not the absurdity or the absurd itself. Camus, in intending to define the term, is unable to reach the core meaning of the absurd since there doesn’t exist one.

de koning sterft (1962) - eugène ionesco (1909-1994)

Een nieuwe dag breekt aan in het koninkrijk van Koning Bérenger de Eerste. Een machtig en groot koninkrijk geleid door een machtig vorst. Althans zo was het 500 jaar geleden, vorig jaar, gisteren, vijf minuten geleden. Nu is zijn koninkrijk in verval, de Koning is in verval. De Koning sterft. Alle tekenen wijzen er op. De symptomen zijn duidelijk, het staat in de sterren. De Koning sterft, en wel aan het einde van de voorstelling. Zijn koninkrijk sterft met hem mee. Iedereen weet het, maar niet iedereen accepteert het. Zeker de Koning niet. Hij bindt de strijd aan tegen de werkelijkheid, tegen het onvermijdelijke. Ionesco is een vertegenwoordiger van het absurdisme waartoe ook Beckett wordt gerekend. Hun avant-garde stukken zijn gebaseerd op een goddeloze wereld waarin het menselijk bestaan zin noch doel kent. De absurdist vindt het niet raar om de vraag naar de zin van het leven te stellen, maar verwerpt de onlogische reflex om deze vraag dagelijks te herhalen, terwijl de mens bij de eerste keer al concludeert de zin niet te kunnen kennen. In De Koning Sterft thematiseert Ionesco deze thematiek niet alleen op een existentieel, maar ook op een politiek niveau. De dood vormt hier niet alleen de onvermijdelijke nederlaag van elke mens, maar ook een symbool voor de illusie die iedere vorm van macht uiteindelijk telkens weer blijkt te zijn. De koning, die zijn leven lang over alles heeft beslist, vermag met zijn bevelen niets tegen de dood.