Posts tonen met het label leesclub nr15. Alle posts tonen
Posts tonen met het label leesclub nr15. Alle posts tonen

maandag 4 april 2011

beckett & ionesco: the absurd & resistance

In “The Myth of Sisyphus”, Albert Camus defines the notion of absurdity as follows:
“A world that can be explained by reasoning, however faulty, is a familiar world. But in a universe that is suddenly deprived of illusions of light, man feels a stranger. His is an irremediable exile, because he is deprived of memories of a lost homeland as much as he lacks the hope of a promised land to come. This divorce between man and his life, the actor and his setting, truly constitutes the feeling of Absurdity.”[2]
_
In an era of wars and massacres, when death is most visible, according to Camus, “life” lost all its meaning. Hence man should not seek escape in suicide.[3] It is not surprising that in the plays of The Theatre of the Absurd, characters, despite their hopelessness and desperateness, struggle and resist. This struggle, which might be delineated as the endeavor to exist, originates within the feeling of what Camus names Absurdity. Camus defines the feeling of absurdity as a constitution which requires further interpretation: what he defines is the feeling of Absurdity, not the absurdity or the absurd itself. Camus, in intending to define the term, is unable to reach the core meaning of the absurd since there doesn’t exist one.

de koning sterft (1962) - eugène ionesco (1909-1994)

Een nieuwe dag breekt aan in het koninkrijk van Koning Bérenger de Eerste. Een machtig en groot koninkrijk geleid door een machtig vorst. Althans zo was het 500 jaar geleden, vorig jaar, gisteren, vijf minuten geleden. Nu is zijn koninkrijk in verval, de Koning is in verval. De Koning sterft. Alle tekenen wijzen er op. De symptomen zijn duidelijk, het staat in de sterren. De Koning sterft, en wel aan het einde van de voorstelling. Zijn koninkrijk sterft met hem mee. Iedereen weet het, maar niet iedereen accepteert het. Zeker de Koning niet. Hij bindt de strijd aan tegen de werkelijkheid, tegen het onvermijdelijke. Ionesco is een vertegenwoordiger van het absurdisme waartoe ook Beckett wordt gerekend. Hun avant-garde stukken zijn gebaseerd op een goddeloze wereld waarin het menselijk bestaan zin noch doel kent. De absurdist vindt het niet raar om de vraag naar de zin van het leven te stellen, maar verwerpt de onlogische reflex om deze vraag dagelijks te herhalen, terwijl de mens bij de eerste keer al concludeert de zin niet te kunnen kennen. In De Koning Sterft thematiseert Ionesco deze thematiek niet alleen op een existentieel, maar ook op een politiek niveau. De dood vormt hier niet alleen de onvermijdelijke nederlaag van elke mens, maar ook een symbool voor de illusie die iedere vorm van macht uiteindelijk telkens weer blijkt te zijn. De koning, die zijn leven lang over alles heeft beslist, vermag met zijn bevelen niets tegen de dood.