Posts tonen met het label loek zonneveld. Alle posts tonen
Posts tonen met het label loek zonneveld. Alle posts tonen

maandag 7 februari 2011

Het emotionele moment op de bühne - loek zonneveld

[…] Van Dale zegt over emotie: sterke, kortstondige gemoedsbeweging, ontroering. En over gevoel: vermogen om te voelen, t.w. als zintuig. Over stemming: gemoedsgesteldheid op een zeker ogenblik. En over gemoedsbeweging: verstoring van de gemoedsrust als gevolg van sterke indrukken of aandoeningen.

Het is duidelijk. Met de definities komen we er niet. Die leveren slechts een jungle op, waarin men licht verdwaalt. Zeker binnen een zo broze, uit imitatie geboren kunst als het toneelspelen. Het naoorlogse theater is onder meer aan die verdwalingen ten prooi gevallen onder de invloed van het Amerikaanse speelfilmacteren. De kweekvijver voor dit acteren was (en is gedeeltelijk nog) de zogeheten Method Acting binnen de New Yorkse Actors Studio en haar uiteenlopende dependances en volgelingen. Men kan zich die 'methode' ongeveer als volgt voorstellen.

Een actrice moet in een toneelscene 'verlatingsangst' verbeelden, althans die angst gebruiken als motor voor de rol. Het lukt haar - al repeterend aan (bijvoorbeeld) de verlatingsscene tussen Arkadina en Trigorin uit 'n Meeuw van Tsjechov - niet voldoende om 'erbij' te komen ('go for it', maar het gaat niet - om in Methodtermen te spreken). De regisseur last een oefening in. Sense Memory. Gevoelsgeheugen. De actrice krijgt de opdracht zich een incident met verlatingsangst uit het eigen verleden te herinneren (wel van een aantal jaren geleden). Ze gaat de repetitievloer op en beschrijft (met gesloten ogen en gestuurd door vragen van de regie) zo exact mogelijk de omstandigheden: tijd, plaats, andere handelende personen. Ze komt met het volgende verhaal. 'Ik wacht op een vriend. Die komt niet. Eindelijk komt-ie wel, met de geuren van een andere dame in zijn overhemd. Ik ben stinkend jaloers.' (De regisseur stuurt ter versterking van het effect straks een acteur de scene op, de improvisatie in.) 'Ik smeek mijn vriend te blijven. Die zegt na enige aarzeling toe. Ik ben blij. Ik ga naar de keuken om wat voedsel te bereiden. Mijn vriend schrijft ondertussen een briefje voor mij en vertrekt weer. Ik kom terug, merk dat mijn vriend weg is, lees het briefje en stort in. De anekdote wordt exact geïmproviseerd zoals de actrice haar heeft verteld. Aan het eind van de improvisatie breekt de actrice emotioneel in tweëen. De regisseur laat dit feitelijke en reëele instorten net zo lang duren als noodzakelijk en mogelijk is. En stuurt daarna de actrice onverbiddelijk weer de Tsjechovscene in. Erop hopend en vertrouwend dat via deze oefening de juiste energie is gevonden om de toneeltekst een goede, persoonlijke lading te geven.

Zonder gevaar is deze methode niet. […]

vrijdag 15 oktober 2010

loek zonneveld over woyzeck

Georg Büchner's toneelpartituur Woyzeck (1836/1837) laat zich lezen als de koortsgrafiek van een stervende. Büchner is nog geen 24 jaar jong als hij, ijlend, de laatste forse doorhalingen maakt in het manuscript en de laatste woorden noteert. Pas drieënveertig jaar later verschijnen de (ongeordende) scènes uit het leven van een eenzame sterveling min of meer geordend (in vier handschriften, 49 scènes met veel overlappingen) in druk. In 1913 (zesenzeventig jaar na de dood van de schrijver) wagen theatermakers zich (in München) voor het eerst aan een voorstelling van Woyzeck. Nederland moet tot 1959 wachten: Ton Lutz regisseert het stuk dan in Rotterdam, met Bob de Lange in de titelrol. Er is dan al een legendarische opera-versie van het script: Wozzeck van Alban Berg (wereldpremière in Berlijn, 1925).

Woyzeck heeft echt bestaan. In het Museum over de geschiedenis van de Duitse stad Leipzig hangt een gravure met als ondertitel: 'Johann Christian Woyzeck gaat als berouwvol Christen zijn dood tegemoet op het marktplein te Leipzig, 27 augustus 1824'. Op 3 juni 1821 heeft hij een vrouw met zeven steekwonden vermoord. Crime passionel of moord uit waanzin? Er is veel onderzoek verricht naar de toerekeningsvatbaarheid van Woyzeck. Büchner kende die onderzoeken. Misschien was hij bij de publieke onthoofding van Woyzeck in Leipzig. De casus Woyzeck intigeerde hem. Maar als wat? Slachtoffer van medische experimenten? Een man gek gemaakt door een doldraaiende samenleving? We weten het niet. Ons resten vier handschriften, met doorhalingen, onleesbare teksten. Woyzeck is een puzzel, een uit elkaar gevallen mozaïek.

zaterdag 2 oktober 2010

loek zonneveld over baal van brecht

Baal schreef Brecht toen hij twintig was, in de zomer van 1918. Het was zijn eersteling, een reactie op Der Einsahme van Hanns Johst, een lofzang op het onbegrepen kunstenaarsgenie, geschreven door een auteur die vanaf 1933 een zeer foute rol zou spelen in het theater dat de nazi's voor ogen stond. Brecht portretteerde in Baal een jongen die vreet, zuipt, neukt en ondertussen stof voor dichtregels bij elkaar harkt tussen taxichauffeurs, barpianisten en hoeren. Brechts titelheld houdt van mannen en van vrouwen. Hij is een ongrijpbaar 'Tiermensch'. De schrijver is zijn hele leven bezig geweest om de tekst te bewerken, 'politiek correct' te maken. Het is hem nooit gelukt. Twee jaar voor zijn dood, in 1954, gaf Brecht toe dat de oerversie de beste was.

fragment uit persoonlijke observaties van Loek Zonneveld

woensdag 19 mei 2010

ik ben een maker van stukken

Ik ben een maker van stukken. Ik toon
wat ik gezien heb. Op mensenmarkten heb ik
gezien hoe de mens van de mens een handeltje maakt.
Dat toon ik. Ik, de maker van stukken.
Ik toon hoe ze elkaar bestoken met plannen.
Met machinegeweren . Met argumenten. Of met geld.
Hoe ze elkaar opwachten.
Hoe ze voor elkaar een valkuil graven.
Vol hoop over wat dat zal opleveren.
Hoe ze elkaar de grond intrappen.
Hoe ze beminnen.
Hoe ze de buit verdelen.
Hoe ze vreten. En gevreten worden.
Dat toon ik. Ik, de maker van stukken.

Bertolt Brecht

uit: Loek Zonneveld
Gerardjan Rijnders, theatermaker