Posts tonen met het label august strindberg. Alle posts tonen
Posts tonen met het label august strindberg. Alle posts tonen

zaterdag 1 januari 2011

voorwoord van strindberg bij droomspel

De schrijver heeft, in aansluiting bij zijn vorige droomspel Naar Damaskus, getracht de onsamenhangende maar schijnbare logische vorm van de droom weer te geven. Alles kan gebeuren, alles is mogelijk en waarschijnlijk. Tijd en ruimte bestaan niet; onbelangrijke details, flarden van werkelijkheid zijn niet anders dan aanleiding voor de verbeelding om op voort te borduren en nieuwe grondpatronen te spinnen: een mengelmoes van herinneringen, ervaringen, losse verzinsels, ongerijmdheden en improvisaties.
De personen splitsen zich, verdubbelen zich, verwisselen van funktie, vervluchtigen, verdichten zich, vervloeien, hernemen zich. Maar één bewustzijn staat boven alles: dat van de dromer; daarvoor bestaan geen geheimen, geen inkonsekwenties, geen scrupules, geen wetten.
De dromer veroordeelt niet, noch spreekt vrij, hij geeft aleen weer. En zoals de droom meestal triest is en minder vaak vrolijk, zo vaart een toon van weemoed en medelijden met al het levende door de zigzag verlopende voorstelling. De slaap, de bevrijder, opereert dikwijls pijnlijk, maar als de gekweldheid op haar hoogst is, komt het ontwaken, dat ons met de werkelijkheid verzoent, en hoe teleurstellend deze ook mag zijn, toch is zij op dit ogenblik een verademing vergeleken met de kwellende droom.

uit: August Strindberg Droomspel. Schuldeisers. Met vuur spelen vertaling Sybren Polet (De Bezige Bij, Amsterdam 1965)

ingmar bergman en august strindberg

Midden in zijn puberjaren wordt Bergman door zijn moeder meegenomen naar een voorstelling van 'Droomspel' van August Strindberg. Het zogenaamd onspeelbare stuk dat hij later minstens drie keer zal regisseren. En dat het slotakkoord vormt van Fanny en Alexander. Nadat Alexanders vader aan het begin van de film op het toneel gestorven is tijdens het spelen van de geest van Hamlets vader, besluit zijn moeder aan het einde van het verhaal de ascetische wereld van haar tweede echtgenoot (een tirannieke predikant) achter zich laten. Ze is zwanger en kiest voor de kunst. 'Droomspel' zal de eerste voorstelling van het door haar overgenomen theatergezelschap zijn.
Direct na Fanny en Alexander regisseerde Bergman Na de repetitie (1984). Weer voert hij een van zijn alter ego's op, in dit geval theaterregisseur Henrik Vogler die zich voor de vijfde keer aan de enscenering van datzelfde 'Droomspel' wil wagen. Ingedommeld op het lege toneel 'ontmoet' hij zijn hoofdrolspeelster Anna weer, waarna een gesprek over het stuk volgt waarin kunst en het leven evenzeer door elkaar beginnen te lopen als in Bergmans leven zelf.
Het lege theater, waarin de regisseur uit zijn artistieke hemel is neergedaald, net zoals het hoofdpersonage uit 'Droomspel', wordt voor Bergman ook een biechtstoel. Vogler confronteert zichzelf met de vraag hoe eerlijk het eigenlijk is om voortdurend beroepsmatig en persoonlijk anderen te manipuleren, waarin we natuurlijk ook een verwijzing kunnen lezen naar Bergmans talloze verhoudingen met actrices als Harriet Andersson, Bibi Andersson en Liv Ullman waarin het persoonlijke en het professionele ook door elkaar liepen. Vogler stelt dat hij van anderen verwacht dat ze hun leven opofferen voor de kunst. Maar betekent dat dat hij daarmee ook een deel van zichzelf, van zijn eigen integriteit is kwijtgeraakt? Of heeft hij zichzelf juist níet genoeg op het spel gezet?
In zijn films vanaf Als in een donkere spiegel (1961) betoont Bergman zich een waardig erfgenaam van de Zweedse toneelschrijver Strindberg. Niet zozeer in diens vrouwenhaat en antifeminisme, al is dat ook Bergman verweten. Maar vooral in de overtuiging dat na het failliet van de religie de sleutel voor het doorgronden van levensvragen in de psychologie gevonden moest worden. Lees voor 'levensvragen' trouwens maar vooral: de strijd tussen de seksen. En in navolging van de grote naoorlogse theatermakers als Beckett, Pinter of Albee: het onvermogen om die strijd verbaal te beslechten.
God dood?
Na WOII ligt ook de taal als vehikel voor zingeving op de mesthoop.
Bergmans films zwijgen vaak. En schreeuwen in de stilte.


johan august strindberg

Johan August Strindberg werd op 20 januari 1849 in Stockholm geboren. Zijn vader was een scheepsmakelaar van aanzien, zijn moeder dienstbode. Toen Strindberg dertien was, stierf zijn moeder, die hij smartelijk zou missen. "Dit verlangen naar de moeder en dit gevoel van leegte vervolgden hem zijn hele leven," schreef hij in zijn autobiografie: De zoon van de dienstbode Hij studeerde aan de Universiteit van Uppsala, probeerde acteur te worden, werd journalist en later bibliothecaris. Vanaf het eind van de jaren zeventig leefde hij uitsluitend van zijn pen, in het toenmalige Zweden een uniek verschijnsel. In 1872 schreef hij zijn eerste stuk Meester Olaf een realistisch historiestuk, in navolging van lbsen. In 1892 begon Strindberg een bohèmeleven in Duitsland en Frankrijk. In Parijs raakte hij in een zware psychische crisis, door hemzelf steeds Infernocrisis (1894-1896) genoemd. Latere psychiatrische studies wezen uit dat in deze crisis van Strindberg een duidelijk psychopatisch element aanwezig was. Na deze crisis zag hij de noodzaak een nieuw begin te maken, wat zijn werken opdeelt in twee verschillende groepen. In zijn tweede periode geeft hij nog een gedichtenbundel uit en dramatiek en lyriek hangen nauw samen. De Infernocrisis bracht Strindberg tot een nieuw, ondogmatisch en onkerkelijk maar wel christelijk religieus geloof, waarin schuld en boete een grote rol spelen. Volgens Strindberg was het lijden een soort mystiek gebeuren en het leven een zuiveringstoestand die aan de mensen was opgelegd.
Strindberg was bijzonder gëïnteresseerd in psychologie, zijn Droomspel verscheen in 1901, niet lang na de Traumdeutung van Freud. In 1907 stichtte hij samen met August Falek het 'Intieme Theater' in Stockholm, waarvoor hij zijn 'Kamerspelen' schreef. Onweer, Het afgebrande huis, Spooksonate en De Pelikaan. Zijn laatste stuk is De grote straatweg (1909). De laatste drie jaar van zijn leven schreef hij politieke, sociologische en filosofische pamfletten, die grote opschudding veroorzaakten in de Zweedse pers. Hij stierf in zijn huis in Stockholm, dat nu een Strindberg-museum is.

august strindberg (1849-1912) - droomspel (1901)

bespreking (1922) van droomspel

‘De wereld, het leven en de menschen zijn slechts fantoom, schijn en droombeeld.’ Zoo spreekt, tegen het slot, de godendochter en zij doet niet anders dan stem geven aan Strindberg's innerlijke overtuiging. Want zoo geleek hem de eenige oplossing van het kwellende raadsel dat leven heet. Met de hoogere realiteit zou het weinig uitstaande hebben: het leven zooals wij het zien - een slechte copy van het oerbeeld, een misvormde wereld waarin de menschen ten eenenmale hun houding zijn kwijt geraakt.
Een werkelijkheid buiten deze wereld, zoover reikt Strindberg's mystiek. En toch...... vanwaar onze twijfel? Er ontbreekt iets, het is zeer essentieel, doch moeilijk uit te drukken. De dwang van de wanhoop jaagt Strindberg naar het metaphysische. Indien hij zich daarheen niet wendde, hij de verbetene, hij de troosteloos ontmoedigde, hij zou wellicht gedreven zijn tot waanzin. Hierin gewerd hem troost: dat zij niet is de hoogste realiteit, deze wereld zooals wij haar zien door onze gebrekkige oogen, zooals wij haar waarnemen met onze onvolkomen organen. Hij voelt er zich ongelukkig als een kind, bang en verdwaald in de duisternis en hij roept
[p. 108]
den Vader aan, den grooten Beschermer; met radelooze woorden smeekt hij: ‘erbarmen, erbarmen, verlos ons.’
Dit is het hoogst elan waartoe zijn persoonlijke smartgewaarwordingen en zijn gevoelens van deernis met het lijden der menschen hem voeren. Hooger kan hij niet. Zijn zekerheid spreidt over zijn leven hier op aarde zelfs niet het zachtste licht - de koppige wrevel blijft, de matelooze droefenis wil niet wijken. Hij behoort tot diegenen die het paradijs reeds hier op aarde zouden willen beleven. Hij is ongeduldig door gebrek aan geloof. Zijn religie is geen zuiver en grootsch vermoeden doch slechts een flauw en tegelijk krampachtig hopen dat somwijlen bijna een brutale uitdaging aan de goden gelijkt.

lees verder Onze Eeuw jaargang 22, 1922 (op DBNL)

august strindberg - droomspel

Certainly, the Nietzschean tough philosophy of The Dance of Death makes better drama than the Buddhist -Christian -Swedenborgian -Schopenhaurean resignation of A DREAM PLAY. The spirit of this play, one of Strindberg’s most original, is one of resignation and longing for release from life. It is a panoramic survey of the unahppy condition of humanity where, instead of the antinomies of good-evil, purity-filth, vice-virtue working on each other for vigorous combat, they become the stifling and despairing vision that cannot accept these inescapable conditions of existence. In this play, consciousness is tormented because flowers grow out of filth, that every positive quality is involved in its negative opposite: that love brings pain, that to try to do good, like the lawyer, means being disfigured by evil, that happiness for one person is another person's misery, and so on.

And this means that, while theatrically A DREAM PLAY often is often extremely imaginative and ingenious (in its changing sets, for instance, are as important as the characters and plot) finally, its repeated message that everything good is involved in everything evil, and its episodic illustration, scene by scene, of this basically uncomplicated message, is dramatically slack: somewhat like its progeny: much of German Expressionist drama. Strindberg's movement towards spiritual resignation, in his last year of lif,e often is moving and beautiful but, as in Act III, also, of THE GHOST SONATA Strindberg surrounds this resignation with dramatically unconvincing spiritual stage effects: the flowering chrysanthemum of A DREAM PLAY and the music and pictorial effects of THE GHOST SONATA - an attempt to locate the ineffable by visual and aural association.

However, A DREAM PLAY is a striking achievement. Though Strindberg’s themes are Romantic and backward-looking, his stage methods, in his last plays, are extraordinarily innovative. (This is not a paradox; many of the stunning new theatrical effects of Reinhardt, etc., were to illustrate quite reactionary, even medieval, themes). Theatrical and cinematic revolutions need not always be part of a progressive agenda. Think of D. W. Griffith's Birth of a Nation or Leni Riefenstahl’s Triumph of the Will.

In Strindberg's last works, anyhow, one finds this combination of backward looking philosophy, a philosophy in retreat from the world, with forward-looking theatrical effects.

august strindberg - droomspel

On April 17 1907 'A Dream Play' was performed for the first time. A note in his diary on the same day shows how he felt about the play: he calls it "my most beloved play, the child of my greatest pain". A Dream Play was written in the autumn of 1901, when Strindberg had recently married Harried Bosse. But the dream of marital happiness is momentarily crushed when Harriet leaves home "forever". Strindberg suffers alone for forty days, reaching the conclusion that life is an illusion that never fulfils our dreams. At the end of the year the play was finished.
A Dream Play was maybe the first drama to employ a dream-like reality as a genre-in-itself. Traditionally plays have incorporated scenes illustrating dreams or nightmares, but none have based an entire play around them. By doing this, Strindberg abandoned conventional perceptions of time and space. He had reduced his original theme, of the man waiting vainly at the theatre for his fiancee who never comes, to a sub plot; his chief character now was Indra's Daughter, the child of a god who is sent by her father to live among mortals. She meets and marries a poor man's lawyer, who spends his life vainly trying to right the wrongs of humanity; so she endures the agonies of human existence until, at last, she puts off mortal flesh and returns to her father.

strindberg over droomspel in zijn dagboek

"Am reading about the teachings of Indian religions. The whole world is but an illusion (= Humbug or relative meaninglessness). The divine Primary Force (Maham Atna, Tad, Aum, Brahma) let itself be seduced by Maya or the impulse of procreation. In this the Divine Primary Element sinned against itself. (Love is sin; that is why pangs of love are the greatest hell that exists.)
Thus the world exists only through sin, if it exists at all, for it is only a dream picture (hence my Dream Play is a picture of life), a phantom the destruction of which is the mission of the ascetic. But this mission conflicts with the instinct of love, and the sum of it all is a ceaseless wavering between sensuality and the pangs of remorse. This seems to me the answer to the riddle of life . . . All day I read Buddhism."